Wednesday, May 2, 2012

Waarom mensen op reis gaan

De draken zijn gedood. We hoeven geen inboorlingen meer te bekeren. Paard en zwaard kunnen ook rustig thuisgelaten worden. We komen niet meer thuis met schepen vol goud en met koffers vol exotische diersoorten. De wereld is in kaart gebracht.

Waarom op reis gaan als je een olifant ook in de dierentuin kunt zien? Waarom zouden we ons in het zweet werken als een koraalrif of bergketen toch het mooiste is op breedbeeld? Toch reizen we met miljoenen de wereld rond.
Jongeren, minder jongeren, gepensioneerden. Soms alleen, soms met kinderen en huisdieren. Als we het niet meer doen om rijk of beroemd te worden, waarom dan nog wel?


De één fietst voor het goede doel naar Zuid-Afrika. Een ander reist de Amazone af op zoek naar een zeldzame vlinder. Een derde probeert een bijna uitgestorven indianentaal op te tekenen. Er zijn er ook die een jaar tussen de apen of beren willen leven. Of in elk land een traditioneel feest willen meemaken. En natuurlijk zijn er ook nog mensen die behoefte hebben om te ontsnappen. Ontsnappen aan de sleur van de werkdagen. Daarbij gaat het meer om een gevoel van 'ik moet hier weg' dan om de aantrekkingskracht van iets anders. Beweegredenen genoeg.

Een reiziger is een normaal mens. Niet groter of sterker. In elke straat kan er één wonen. Meestal tussen 20 en 35 jaar oud, soms ook ouder. Er zijn genoeg voorbeelden van hoogbejaarden die woeste expedities ondernamen. Pizarro was bijvoorbeeld een oude man toen hij het Incarijk veroverde.

Terwijl de meesten ervoor kiezen om te reizen voor ze vastzitten aan een topbaan of fopspeen, zijn er anderen die bewijzen dat je met kinderen perfect de wereld kunt rondreizen. En anderen die van reizen daadwerkelijk hun beroep hebben gemaakt.

Is dit alles? Met deze vraag beginnen veel wereldreizen. We weten dan misschien nog niet naar wat we juist op zoek zijn, maar we willen niet sterven in het vastgeroeste harnas van de werkweek. Is het leven niet meer dan regels en regelmaat? We werken om geld te verdienen, waarmee we dingen kopen die ons moeten helpen om te ontspannen na datzelfde werk. Wat is het nut daarvan? Dus gaan we op zoek naar een leven dat we nog niet uit ons hoofd kennen. Spanning en avontuur!

Natuurlijk zijn onze reizen in vergelijking met vroeger niet echt gevaarlijk. We moeten het doen zonder syfilis en scheurbuik en we weten min of meer waar en wanneer we aankomen en vertrekken. Toch blijft er de opwinding van een nieuwe ervaring. Zwemmen met een walvis is al vlug zo avontuurlijk als lunchen met een collega.

Of niet? Hangt af van de collega. En van de walvis. En uiteraard vooral van de manier waarop je ernaar kijkt. Als je goed kijkt, wordt de stomste gebeurtenis avontuurlijk. Als je slecht kijkt, wordt de spannendste reis doodsaai.

Het maken van een wereldreis is op zich geen heldendaad. Het gaat niet om de reis, maar om de reiziger. Het maken van een wereldreis hoeft niet spannender te zijn dan een ritje met de bus. Je maakt het zelf zo spannend als je zelf wil.

Misschien is het probleem wel dat we de wereldwonderen die op die bus gebeuren niet zien. Gehersenspoeld door gewoonte. We zitten wel op de bus, maar onze oren, ogen en neus hebben we thuisgelaten. En voor het gemak zetten we ons hoofd en hart ook maar even uit...
Als dat het geval is, dan moet je inderdaad snel op reis. Reizen is vooral een manier om wakker te worden: de hitte voelt anders, de kou is niet zoals thuis en de mensen klinken en ruiken anders. Reizen is: alle zintuigen resetten. Het is een koevoet waarmee alle vastgevroren gevoelens en aangekoekte gedachten los worden gewrikt. Zodat we als we thuiskomen in tranen uitbarsten bij de schoonheid van drassig polderland. Of bij de wonderen van een busrit.


Mensen reizen, op zoek naar naar andere waarden dan de westerse. Op zoek naar mythes en rituelen. Naar overweldigende natuur. Of gewoon naar andere mensen en andere culturen. Aanvulling, verrijking. Maar ook op zoek naar eenzaamheid, meditatie en als het meezit zelfs wat inzicht. Het is niet voor niets dat oerwouden, woestijnen en bergketens populaire bestemmingen zijn. Plaatsen zonder tijd en geschiedenis, ver van het knellende sociale kostuum.

Wie reist, wordt weer een mens, met een lichaam: een hoofd dat suist van de hoogte, ogen die pijn doen van het verblindende licht. Een lichaam dat ruikt naar zweet, haren vol met stof van de wegen. Je bent weer helemaal compleet, klaar om aan alle kanten geraakt te worden. Reizen is weer ontvankelijk worden. En onafhankelijk.

Wie reist en de tijd neemt om rond te kijken, kan zich een oordeel van een land vormen. Hoeft niet blindelings de media te geloven. Merkt dat we een vertekend beeld krijgen doordat maar aan één aspect aandacht wordt gegeven. Je leert relativeren.
Je merkt dat je volgepropt bent met sociale conventies. Je komt erachter dat wie je dacht dat je was, gewoon een sociaal masker was. Relativeren. Niets lijkt nog normaal. Of alles.

Duizenden redenen om op reis te gaan. En wanneer je aan het reizen bent, lijkt de wereld alleen maar uit reizigers te bestaan. Ze zijn letterlijk overal. Je bent nooit alleen. Het is bijna onwezenlijk dat er ook een universum bestaat waar mensen om acht uur 's morgens naar hun werk vertrekken...


Dit is een deel van een hoofdstuk uit het boek 'Hoe word ik wereldreiziger?' van Marcel Gansevoort.

No comments:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...